Als je last van trombose hebt, krijg je direct antistollingsmedicijnen voorgeschreven. Deze medicijnen zijn ontzettend belangrijk voor alle trombosepatiënten. Maar, wat zijn antistollingsmedicijnen dan exact? Wat is de werking van de antistollingsmedicijnen? Wanneer moet je antistollingsmedicijnen slikken? Op dergelijke vragen lees je hieronder het antwoord.
Op het moment dat je last van trombose hebt, is er sprake van een bloedprop in één van de bloedvaten. Deze bloedprop ontstaat niet zomaar. Nee, die bloedprop is ontstaan doordat het bloed is gaan stollen. Daarbij wordt het bloed min of meer klonterig in plaats van vloeibaar.
Doordat het klonterig wordt, gaat het vanzelf ophopen. Hierdoor kan een bloedvat helemaal verstopt raken. Met behulp van de antistollingsmedicijnen is het mogelijk om dat stollingsproces te voorkomen. De antistollingsmedicijnen zorgen er in feite voor dat het bloed niet verder gaat stollen.
Dat is wenselijk, aangezien daarmee het huidige bloedstolsel niet verder kan gaan groeien. Daarnaast voorkom je hier ook mee dat er nog meerdere bloedproppen zich gaan vormen in de bloedvaten.
De antistollingsmedicijnen moeten door een arts worden voorgeschreven. Daarbij heeft de arts uit meerdere soorten antistollingsmedicijnen de keus. Op basis van ervaring en kennis schrijft de arts de juiste antistollingsmedicijnen voor. Vervolgens is het zaak om die antistollingsmedicijnen dagelijks braaf in te nemen. Het belang van de antistollingsmedicijnen mag absoluut niet onderschat worden. Eigenlijk heeft elke trombose patiënt antistollingsmedicijnen nodig.
Kortom: de antistollingsmedicijnen zijn voor elke trombose patiënt onmisbaar. Deze medicijnen zorgen ervoor dat het bloed niet verder kan gaan stollen. Hierdoor wordt voorkomen dat ook andere bloedvaten verstopt kunnen raken door een bloedstolsel. Daarnaast wordt dankzij de antistollingsmedicijnen ook voorkomen dat de huidige bloedprop nog verder gaat groeien. De frequentie en de dosering van de antistollingsmedicijnen wordt door de arts bepaald.