Wat is posttrombotisch syndroom? Helaas hebben we relatief veel te maken met trombose. Deze aandoening is, met name, een ouderdomsziekte.
Naarmate je ouder wordt, is de kans groter dat je last van trombose krijgt. Hoe dat kan?
Ouderdom is één van de hoofdoorzaken van trombose. Dit heeft puur met de conditie van het menselijk lichaam te maken naarmate je ouder wordt.
Bloedvaten kunnen beschadigd raken, het bloed kan sneller gaan stollen en het bloed kan minder makkelijk doorstromen. Dergelijke oorzaken kunnen uiteindelijk voor de vorming van een bloedstolsel zorgen.
Het is niet voor niets dat we trombose als een hardnekkige aandoening typeren. Nee, het is namelijk een aandoening waar je niet al te makkelijk van af komt.
De trombose kan in het lichaam blijven zitten.
Tot op heden is er namelijk nog geen medicijn waarmee een bloedprop totaal verwijderd kan worden. Deze taak is nog steeds weggelegd voor het menselijk lichaam, maar dat gaat soms niet al te makkelijk. Ook kan dit behoorlijk lang duren.
Ondertussen loop je het risico dat het bloedstolsel richting de longen of hersenen schiet. Indien dat gebeurt, is er sprake van respectievelijk een longembolie of een hersenembolie.
Zoals je wellicht weet, is dat een levensgevaarlijke situatie.
Dit geeft des te meer het belang aan om onderzoek te blijven doen naar trombose. Hopelijk kan in de (nabije) toekomst een medicijn uitgevonden worden waarmee het mogelijk is om de bloedprop volledig te laten verdwijnen.
Zo ver is het helaas nog niet. Behalve trombose bestaan er ook nog andere aandoeningen aan de bloedvaten. Een voorbeeld hiervan is het posttrombotisch syndroom, ook wel bekend als PTS.
In dit artikel vertellen we jou graag alle ins en outs over deze chronische aandoening. Tevens kijken we naar het verband tussen trombose en PTS.
Inhoud
Posttrombotisch syndroom chronisch?
Het posttrombotisch syndroom is een chronische aandoening aan de bloedvaten. Het gaat hierbij om de bloedvaten in de armen en benen.
Eigenlijk is het posttrombotisch syndroom de overtreffende trap van trombose. Je krijgt dit syndroom namelijk als je langere tijd trombose hebt (gehad). Maar, wat houdt het syndroom precies in?
Om dit syndroom uit te leggen, dienen we eerst naar de bloedvaten en aderen te kijken.
In de aderen en bloedvaten zitten soort van klepjes; deze klepjes zorgen ervoor dat het bloed op de juiste manier kan stromen. Als je last van trombose hebt, is er iets aan de hand met deze klepjes.
Ze kunnen bijvoorbeeld beschadigd zijn, waardoor ze niet meer optimaal werken. Het gevolg? Het bloed stroomt niet meer goed door en kan gaan stollen.
Op die manier kan een bloedprop ontstaan.
Als het bloed stil komt te liggen, bestaat de kans dat er ontstekingen gaan ontstaan.
Deze ontstekingen hebben niet alleen betrekking op de bloedvaten zelf, maar ook in het weefsel om het bloedvat heen.
Als er sprake van ontstekingen is, hebben we het over posttrombotisch syndroom. Dit begint dus in feite met de klepjes in de bloedvaten/aderen die niet meer goed functioneren.
De symptomen van PTS
Op welke manieren kan je herkennen dat je mogelijk last van het posttrombotisch syndroom hebt? Bij dit syndroom zijn er behoorlijk duidelijke symptomen.
Dit zijn symptomen die je kunt zien, maar ook symptomen die je alleen kunt voelen. Het is voor een buitenstaander dus niet altijd makkelijk om PTS te herkennen.
Het is in ieder geval van belang om onderstaande symptomen goed te onthouden:
- Een zwaar of moe gevoel in het lichaam (been of arm)
- Veel kramp in je been of arm
- Jeuk en tintelingen in je been of arm
- Een pijnlijk gevoel in je been of arm
- Vaak een bruine of rode plek op de huid
- Vaak een zwelling vanwege het aanwezige vocht
- De huid begint dun en glanzend te worden
Op de lange termijn kan het posttrombotisch syndroom er ook voor zorgen dat er wonden ontstaan.
Deze wonden kunnen niet meer genezen, vanwege de ophoping van rode bloedcellen. Dat is wellicht één van de meest vervelende gevolgen van PTS.
Een open wond is namelijk behoorlijk pijnlijk en ziet er ook nog eens vervelend uit.
Hoe kan je PTS krijgen?
In de inleiding van dit artikel gaven we al aan dat er een verband tussen trombose en PTS zit. PTS is tenslotte de overtreffende trap van trombose.
Zonder trombose kan je ook geen PTS krijgen. Maar, wat is dan de exacte gang van zaken waardoor je PTS kan krijgen? En is het zo dat je altijd PTS krijgt als je trombose hebt?
Het antwoord op die laatste vraag is ‘nee’. Of je last van PTS krijgt, is afhankelijk van meerdere factoren. Het gaat daarbij om deze factoren:
- Hoe lang de trombose aanwezig is in het lichaam. Als dit voor een behoorlijk lange tijd is, is de kans groter dat je last van PTS gaat krijgen.
- De plek in het lichaam waar de bloedprop zich bevindt. Over het algemeen heb je meer kans op PTS als de bloedprop zich hoger in het been bevindt.
- Hoe groter de bloedprop, hoe groter de kans op PTS
Het mag duidelijk zijn dat de bloedprop dus in grote mate bepaald of je last van PTS krijgt. De locatie, het formaat en de tijdsduur zijn dus bepalend.
Is het mogelijk om PTS te behandelen?
Je hebt hierboven de symptomen van PTS kunnen lezen. Het mag duidelijk zijn dat deze symptomen alles behalve prettig zijn.
Een terechte vraag is dan ook of PTS te behandelen valt. Laten we duidelijk zijn: het is mogelijk om PTS te behandelen.
Middels een operatieve ingreep is het mogelijk om de klachten te verminderen. Bij deze operatie wordt, met behulp van een prikgaatje in de lies, een stent in de ader geplaatst.
Deze stent zorgt ervoor dat de ader open blijft, waardoor het bloed op de juiste manier kan stromen. Op deze manier kunnen er geen ontstekingen ontstaan.
Op termijn zorgt deze operatie ervoor dat de klachten grotendeels verdwijnen. Helaas bestaat altijd nog de kans dat je toch enigszins last van de klachten blijft houden.
Om dit artikel af te sluiten, willen we je graag wijzen op de symptomen. Let goed op deze symptomen en trek tijdig aan de bel.
De artsen zullen het mogelijke risico van PTS zelf ook goed in de gaten houden op het moment dat je trombose hebt.