Hoe werkt een trombose behandeling?

Hoe werkt een trombose behandeling? Trombose staat te boek als een hardnekkige aandoening. Dat is absoluut het geval. Dit komt onder andere doordat de behandelingsmogelijkheden beperkt zijn.

Hoe een trombose behandeling werkt? In het kort draait dit om het meten van de INR waarde, het slikken van antistollingsmedicijnen en eventueel het dragen van elastische kousen.

Bovenstaande omschrijving van een trombose behandeling is uiteraard erg kort en bondig. In de praktijk blijkt namelijk dat het meten van de INR waarden vaak niet al te makkelijk is.

Men moet hier de deur voor uit; men moet dit namelijk laten doen bij de Trombosedienst.

Gelukkig is daar sinds kort verandering in gekomen. Je kunt namelijk zelf ook thuis de INR waarde van je bloed opmeten.

Hoe je dat kunt doen? Daarover kan je meer lezen in dit artikel. In dit artikel richten we onze pijlen namelijk op de mogelijkheden bij een trombose behandeling.

We vertellen meer over de INR waarde, de streefwaarden van deze INR waarde en de voordelen van de trombose zelfzorg.

Dankzij deze zelfzorg is het dus mogelijk om vanaf je eigen luie stoel je INR waarde op te meten. Hoe dat exact werkt, leggen we nader uit.

Wat is trombose?

Wat is trombose nou exact? Kort samengevat heb je trombose als een bloedvat verstopt raakt door een bloedprop.

Deze bloedprop is ontstaan doordat het bloed is gaan stollen. Het bloed raakt daardoor klonterig en kan zich samen gaan binden.

Het gevolg daarvan is dat het bloedvat verstopt raakt. Hierdoor kan het bloed niet meer goed doorstromen en loop je behoorlijke risico’s.

Zo loop je het risico dat achterliggend weefsel afsterft of dat de bloedprop richting de longen losschiet. Op dat moment loop je het risico op een longembolie.

Overigens kan je trombose redelijk makkelijk herkennen. Het probleem is echter dat je trombose pas herkent als het al in je lichaam aanwezig is.

In ieder geval kunnen de onderstaande symptomen op trombose wijzen:

• Een behoorlijke pijn in het been, meestal in de kuit en/of knie
• Moeite met lopen, doordat de benen bijzonder zwaar aanvoelen
• Een rode- of paarsblauwe verkleuring in het been
• Een zwelling op het been
• Een glanzende huid op het been
• Een bovengemiddeld warme plek op het been; daar bevindt het stolsel zich dan

Even voor de duidelijkheid: bovenstaande symptomen hebben betrekking op een trombosebeen. Dat is de meest voorkomende variant van trombose. Een andere veelvoorkomende variant is een trombose arm. Daarbij bevindt de bloedprop zich in één van de bloedvaten van je arm.

Hoe werkt een trombosebehandeling?

Op het moment dat trombose gediagnosticeerd is, begint direct de behandeling. Deze behandeling bestaat vaak uit twee aspecten.

Enerzijds krijg je antistollingsmedicijnen toegediend. Deze medicijnen moeten ervoor zorgen dat het bloed niet verder kan gaan stollen.

Daarmee voorkom je dat andere bloedpropjes kunnen ontstaan. Ook voorkom je hiermee dat de huidige bloedprop verder kan gaan groeien.

Anderzijds worden ook vaak elastische kousen op maat gemaakt. Deze elastische kousen dien je voor een lange periode te dragen en zorgen voor een afname van het vocht in het been.

De vorming van een zwelling is namelijk één van de meest vervelende symptomen van trombose. De zwelling is niet alleen vervelend, maar voelt ook nog eens pijnlijk en zwaar aan.

Het is in ieder goed om te weten dat de behandeling zo snel mogelijk moet beginnen. Ondertussen moet het menselijk lichaam zelf ook aan de bak.

Het menselijk lichaam is namelijk de enige factor die ervoor kan zorgen dat de bloedprop uit het lichaam verwijderd wordt.

4 Soorten stollingsmiddelen

Bij het voorschrijven van de antistollingsmedicatie heeft een arts meerdere mogelijkheden. We kunnen daarbij de volgende soorten onderscheiden:

• Bloedplaatjesremmers: deze zorgen ervoor dat de bloedplaatjes minder snel samenklonteren. Een bekend voorbeeld van een bloedplaatjesremmer is een aspirine.
• Vitamine K-antoganisten: deze stollingsmiddelen zorgen er voor dat de werking van vitamine K afgeremd wordt. Vitamine K heeft namelijk een invloed op het ontstaan van de stolling.
• DOAC’s: deze stollingsmiddelen worden omschreven als ‘Directe Orale Anti Coagulantia’ en remmen de werking van één van de stollingsfactoren.
• LMWH’s: deze stollingsmiddelen staat voor laagmoleculair gewichtsheparines. Deze gaan de werking van meerdere stollingsfactoren tegen.

INR waarde meten

Een belangrijk gegeven bij trombose is de zogeheten INR waarde. De INR waarde geeft aan hoe snel het bloed gaat stollen.

In een normale situatie is de INR waarde 1. Als je nou een INR waarde van 4 hebt, betekent dit dat het bloed 4 keer zo langzaam stolt als normaal.

Normaliter stolt jouw bloed bijvoorbeeld na 10 seconden, terwijl dat bij een INR waarde van 4 maar liefst 40 seconden is.

De afkorting INR staat in deze overigens voor ‘International Normalized Ratio’. Door deze waarde te meten, krijg je inzicht in de snelheid waarop je bloed stolt. Hoe hoger de INR waarde, des te trager het bloed stolt.

Het meten van de INR waarde gaat aan de hand van een pijnprik. Daarbij wordt bloed afgenomen.

Middels een meetapparaat kunnen de verschillende waarden direct afgelezen worden. Eén van die waarden is dus de INR waarde.

Streefwaarden INR

Om de hoogte van de INR waarde te kunnen bepalen, moet er uiteraard ook een nulpunt zijn. Dat zijn de zogeheten streefwaarden van de INR.

Het is namelijk een feit dat de INR waarde per dag schommelt. Bij het meten van de INR waarde kan je in twee groepen in worden gedeeld: groep 1 of groep 2.

Groep 1 heeft een INR streefwaarde tussen de 2,0 en 3,0. Groep 2 heeft een INR streefwaarde tussen de 2,5 en 3,5.

In welke groep jij ingedeeld wordt, is aan de arts. Op basis van zijn/haar bevindingen deelt hij je in een bepaalde groep in.

Trombose zelfzorg

Je weet nu hoe een trombose behandeling werkt. Voor het opmeten van de INR waarde moest je altijd naar de trombosedienst toe.

Dat is niet meer het geval! Middels de Trombose zelfzorg is het mogelijk om zélf je INR waarde op te meten.

Je krijgt hiervoor een uitgebreide cursus en ook komt een medewerker van de zelfzorg bij je thuis langs.

Daarin wordt alles uitgelegd, onder meer over het meetapparaat, de pijnloze vingerprik en het aflezen van de INR waarde.

Benieuwd hoe trombose zelfzorg werkt? Meld je dan hieronder aan voor meer informatie.